Laagdikte meter: hoe werkt dat?

Laagdikte meter: hoe werkt dat?

Laagdikte opmeten

Om maximaal te profiteren van de eigenschappen van het product, dient de voorbehandeling en toepassing van de verf goed te gebeuren. Verf moet  niet te dik of te dun worden aangebracht. De juiste laagdikte van de verf is te meten direct na het aanbrengen. Bijvoorbeeld Sigma gebruikt hiervoor een natte laagdiktemeter. 

Nadeel van te dun opbrengen:

                 • onvoldoende vloei of streperig resultaat

                 • onvoldoende dekking

                 • beperkte duurzaamheid

 Nadeel van te dik opbrengen:

                 • trage doordroging

                 • blaasvorming

                 • zakkers / druppels

 

Laagdikte meter

Dit meetinstrument heeft tanden van verschillende lengte. De zes hoeken zijn destandvoeten en tussen de standvoeten staan de meettanden. De meting wordt gedaan in micrometer (= μm) oftewel een duizendste millimeter. Voor een juist totaalbeeld is het verstandig om meerdere metingen te verrichten. Op het materiaal zijn zowel lichte als donkere kleuren goed te onderscheiden.

De aanbevolen natte laagdikte wordt vermeld op het kenmerkenblad van de gekozen verf. Het kenmerkblad vindt u op bijvoorbeeld: www.sigma.nl/particulier/assortiment/all-products’ en de aanbevolen natte laagdikte staat onder het kopje ‘basisgegevens’.

Gebruik van de laagdikte meter

1. Kies de zijde waarop de juiste laagdikte staat genoteerd.

2. Plaats deze zijde haaks, dus onder een hoek van 90 graden op de natte verflaag. Zorg dat de zijde stevig in contact is met de vlakke ondergrond zodat beide standvoeten nat zijn.

3. Verwijder de natte laagdiktemeter zonder deze te schuiven, zodat alleen de tandafdrukken achterblijven.

4. De natte laagdikte wordt afgelezen waar de laatst natte tand overgaat in de

eerst droge tand. De laatst natte tand is de aangebrachte hoeveelheid verf.

5. Veeg voor de volgende meting eerst de tanden schoon. De ‘meetplek’ niet overschilderen, deze vloeit vanzelf dicht!